Veel Nederlanders bezitten wel een Bijbel, maar het blijft veelal een gesloten boek, blijkt uit een onderzoek van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap in 2022. Meer dan 75 procent van de bevolking leest niet of nauwelijks in de Bijbel – en bijna de helft van de christenen ook niet. Wat is er aan de hand?
Door Ds. J.W. Verboom, predikant van de hervormde gemeente te Apeldoorn en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.
Ondanks de rijkdom van de Schrift blijkt dit bestverkochte boek het minst gelezen te worden. Ik noem drie barrières voor bijbellezen.
De meest ingrijpende en belangrijkste barrière ligt in onszelf en is geestelijk van aard. Deze barrière gaat terug tot de zondeval. De mens is vervreemd geraakt van God. Luther spreekt over de mens als een homo incurvatus, een in zichzelf gekeerd mens. We hebben door de zonde een probleem. Onze vervreemding van God maakt ons tot vijanden, verblind door ‘de god/tijdgeest van deze eeuw’ (2 Kor.4:4). We leven in platland, gevangen in onze zelfbeleving, in de leegte van ons individu, in onverschilligheid. Wijzelf kunnen op slot zitten voor de Sprekende.
Digitale flipperkast
Een tweede reeks van barrières ligt in de interactie tussen de Bijbel en onze tijd en cultuur. De Bijbel is geen ontspanningslectuur, maar een diep geestelijk, gezaghebbend en normatief boek dat gaat over leven en dood, zonde en genade, over goed en verkeerd. Daarbij gaat de Bijbel meermaals tegen onszelf in, terwijl wij liever bestaansbevestiging ontvangen.
Tel daarbij op dat je een afstandskloof kunt ervaren tussen de Bijbel en nu, in 2024. De kloof in tijd, taal en cultuur maakt dat je bijbelteksten en -beelden niet zomaar begrijpt. Dit onbekende van de Bijbel maakt onbemind.
Daarbij komt dat velen nooit echt hebben geleerd hoe we de Bijbel moeten lezen, namelijk niet alleen met ons hoofd, maar ook met ons hart. Dat er daarbij sprake is van een tanende of zelfs verdwijnende catechetische cultuur in gemeenten, helpt niet mee voor ons bijbelbegrip.
De Bijbel vraagt van de lezer – die al onder hoge, haastige maatschappelijke druk staat – ook nog eens om tijd, aandacht, vertraging, reflectie en reactie. Terwijl aandacht in onze ‘aandachtseconomie’ jachtig en beperkt is. We leven in een drukke, nieuwe wereld.
Het is lang niet meer vanzelfsprekend dat in christelijke gezinnen dagelijks uit de Bijbel wordt gelezen of dat de Bijbel wordt gelezen voor het slapengaan. De agenda’s zitten propvol en het bijbellezen aan tafel staat in gezinnen onder tijdsdruk of wordt letterlijk weggedrukt, onder andere door de oplichtende smartphone, die als een digitale flipperkast van online vertier om een acute reactie vraagt. Daarmee kom ik bij de digitalisering.
Beeldscherm
Een derde reeks van barrières voor ons bijbellezen waar nog maar spaarzaam op gereflecteerd wordt – daarom ga ik er nu wat uitgebreider op in –, ligt in de snelle, alomtegenwoordige multimediarevolutie.
De Italiaan Giovanni Sartori (1924-2017) analyseerde in zijn boek Homo videns dat er door deze multimediarevolutie ‘een nieuw menstype’ ontstaat. Het leven voor een scherm verandert de menselijke natuur heel ingrijpend: niet langer is er de homo sapiens , maar nu is daar de homo videns (de kijkende mens). Sartori ziet het probleem niet in de eerste plaats in datgene wat we kijken, maar in het beeldscherm zelf.
De immense invloed van het scherm noemt hij een radicale koerswijziging, een breuk, een radicale transformatie. Het verandert de hele menselijke set-up. Deze verschuiving naar het beeld leidt tot minder inspanning van het denken. De mens raakt passief. Wordt het lezen van boeken (of van het Boek) daarom misschien sneller als saai en moeilijk ervaren?
Bel-angst
In zijn proefschrift noemt Jordi Wiersma daarbovenop dat de super verslavende werking van de smartphone ‘een algehele verstrooidheid, een verspillen van tijd en een gebrek aan concentratievermogen geven, die ervoor zorgen dat de digitale mens ongeschikt is om zich met zaken van grote inspanning en moeilijkheidsgraad bezig te houden’.
In de ‘smartphone-app-ocalypse’ die ons treft, zoeken we graag afleiding. We strooien met uren tijd alsof het niets is, voornamelijk in entertainment. Dit doen we overal: thuis, onderweg en in de wachtkamer bij dokter en tandarts. Hierdoor verandert ondertussen de dynamiek van het gesprek. Ons empathisch en gespreksvaardig vermogen breken af. Gesprekken voeren wordt lastiger. ‘Generatie Z heeft bel-angst’, kopte De Waarheidsvriend onlangs. Heeft dit afnemend vermogen tot gesprek ook een weerslag op de gesprekvoering met God? Lukt het ons om nog wel echt te luisteren naar Hem en ons te verplaatsen in wat Hij zegt?
Hak op de tak
‘Beeldschermen zorgen voor een leescrisis’, stelt het boek De lezende mens van Hisgen en Van der Weel. Er lijkt volgens de gezaghebbende auteurs een verband te zijn tussen toegenomen scherminvloed en de afnemende leesvaardigheid in Nederland.
Qua afnemende leesvaardigheid scoort Nederland heel slecht in relatie tot andere West-Europese landen. Een stijgend percentage van een derde deel van de jongeren tot vijftien jaar haalt in 2022 het leesniveau niet.
We lezen niet zozeer minder, misschien zelfs gemiddeld wel meer vanwege alle digitale platformen die we bijhouden, maar de digitale gewoonte van skimmen, scannen, scrollen (hyperlezen), switchen via hyperlinks en zo cross-over van de hak op de tak springend, maakt onze leeshouding oppervlakkiger. De leesmotivatie tot diep lezen vermindert en de leesvaardigheid neemt af.
De Amerikaanse hersenwetenschapper en leesexpert Maryanne Wolf onderstreept dat. Door de digitale middelen veranderen onze hersenen en taant het diepe lezen. Kritisch denken, kennisopslag, persoonlijke reflectie, verbeeldingskracht en empathie nemen af.
Aan de hand van Aristoteles (384-322 v.Chr.) betoogt Wolf dat de mens een meditatief wezen is, die naast een ‘informatieverzamelend’ en ontspannen leven ook een derde laag heeft: die van het contemplatieve leven. Dit is een leven waarbij je op een nadenkende, schouwende manier je omgeving echt ontmoet. Dit stimuleer je door het meditatieve lezen, denken en leven.
Fopspeen
Wolf pleit voor ‘tweetaligheid’. Ze bedoelt een hybride leeshouding tussen het fysieke boek en het digitale medium. Daarbij moeten jonge kinderen zo lang mogelijk worden beschermd tegen digitaal overgewicht, dus niet al jong de iPad als fopspeen gebruiken. Dit betekent verder dat kinderen al vroeg het diepe ‘offline lezen’ aanleren. Een oproep voor ons om in onze gezinnen voor te lezen en samen de Bijbel te lezen met de kinderen.
Wolf vindt het ook belangrijk dat we een diepe digitale geletterdheid aanleren. Hoe kan het digitale (bijbel)lezen ook werkelijk diep lezen worden? Op diep digitaal lezen wordt nu nog weinig gereflecteerd.
De weg die Wolf wijst is een diep lezen in een contemplatief leven. Dat is voor christenen in 2024 verder in te vullen. Daarvoor zullen we – hoe dan ook – wel aan de slag moeten met gebed en een afspraak met onszelf moeten maken voor trouwe inzet, want elke weg van bijbelgebruik vraagt om een ritme.
Dit artikel is verschenen in de Waarheidsvriend. Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van de actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!